Vakantiehuizen Forêt domaniale de Grésigne

Samen beschermen we de lokale biodiversiteit

Meer informatie

Het Forêt domaniale de Grésigne is al sinds de 13e eeuw een nationaal bos. Eeuwenlang is het bos in gebruik genomen door de gemeenschap om hout te winnen, echter op een duurzame manier waardoor we heden ten dagen nog steeds van het majestueuze sprookjesbos kunnen genieten.

Dat het bos tot de verbeelding spreekt blijkt ook uit de literatuur, waar verhalen en ‘waarnemingen’ van kabouters en goblins niet ongewoon zijn. Het woud bestaat voor 60 % uit eik, waarvan 15 % wintereiken en met een oppervlakte van 3.526 hectare is het grootste eikenproductiebos in Zuid Frankrijk. Ten tijde van de gouden eeuw leverde het bos masten voor de marine en werd het hout geoogst om te dienen als houtskool voor glasblazers die alom waren vertegenwoordigt rondom het bos.

Het Grésigne woud strekt zich uit tussen de valleien die zijn uitgesleten door de rivieren de van de l’Aveyron, de Vère en de Cérou. In noorden wordt het woud begrenst door uitgestrekte hoogvlaktes van kalksteen en in het zuiden grenst het bos aan een mysterieus landschap met talrijke grotten. Het woud is gesitueerd op een zandsteen en naast winter- en zomer eiken betsaat het bos voornamelijk uit donzige eik, steeneiken en beuken.

Flora en fauna

Dat het Grésigne een bijzondere geschiedenis heeft moge duidelijk zijn, maar inherent aan eikenbossen is de grote entomologische rijkdom die ook aanwezig is het grootste eikenwoud van Zuid Frankrijk. Na het Fontaineblue en het Bialowecjapark heeft het Forêt Grésigne het grootste aantal kevers in absolute aantallen in Europa en zijn er 2.380 soorten geïdentificeerd. Deze rijkdom hangt samen met de hoge ouderdom van de eiken die alom aanwezig zijn in het bos.

Een bijzondere soort is de Limoniscus violaceus, een telg uit de kniptorren familie, die slecht bekend is van 11 plekken in Europa. Andere soorten zijn het klein- en groot vliegend hert en Aesalus scarabaeoides die ook uit tot dezelfde familie behoren.

Daarnaast is er een opmerkelijke rijkdom aan vleermuizen die het bos als jachtgebied gebruiken en in de dode bomen achter de bast hun onderdak vinden voor overdag en in de winter. In totaal kunt u er 20 soorten waarnemen, waaronder bijzondere soorten zoals grote en kleine hoefijzerneus, mopsvleermuis, langvleugelvleermuizen die uit de zuidelijke karstgebieden in het bos komen jagen, kleine en grote vale vleermuizen, Bechsteins en de ingekorven vleermuizen.

Ook biedt het uitgestrekte woud met maar weinig menselijke activiteit ruimte voor groot wild die er in grote getalen voorkomen. Wilde zwijnen, herten en reeën waar steenarenden op jagen zult u zeker tegenkomen tijdens wandelingen in de schemer. Daarnaast bieden de holtes in oude eiken een onderkomen voor boom en steen marters en spechten. Bijzonder is de aanwezig van de wilde kat, hoewel de kans klein is dat u het schuwe dier zult tegenkomen. Daarnaast broeden er bosuilen, kerkuilen en de oehoe, de grootste uil van Europa. Ook bijzonder is dat de dwergarend er broedt.

Inloggen

Privacy vind je in de natuur! Cookies voor onderweg?

Natuurhuisje maakt gebruik van 3 soorten cookies om jouw online struintocht bijzonderder en persoonlijker te maken! Lees hier alles over in ons cookiebeleid.