Vakantiehuizen La réserve du Val d Allier

Samen beschermen we de lokale biodiversiteit

Meer informatie

De Allier is een belangrijke rivier die tot het stroomgebeid van de grote rivier de Loire behoort. Deze zijtak is een vrij meanderende en wilde rivier, die diep ingesleten rivierbanken heeft. Sinds 1994 is vallei van de Allier tussen Saint-Loup en Toulon-sur-Allier uitgeroepen tot natuurreservaat. En terecht! De rivier, zandbanken en uiterwaarden zijn de thuisbasis voor bijzondere flora en fauna. Het reservaat strekt zich met 1450 hectare uit over een lengte van 21 kilometer.

Het bijzondere aan het reservaat is dat het de thuisbasis is voor 75% van alle aanwezige vogels in de Auvergne. De meanderende rivier en zijn valleien met rijke graslanden, zandbanken en bosjes vormen een toevluchtsoord voor ruim 250 verschillende soorten vogels, waarvan 106 standvogels. Trekvogels strijken in grote aantallen in het reservaat neer om te rusten en om te foerageren. Daarmee is de vallei na de Camargue het tweede vogelreservaat wat de rijdom aan vogelsoorten betreft.

Flora en fauna

Door het wilde en ongerepte karakter van de rivier d’Allier zijn er veel broedplaatsen voor bijzondere vissoorten ontstaan. Rivierdonderpadden, kopvoornen en meervallen zwemmen in deze ruige rivier. Doordat het water visrijk is en de uiterwaarden met zijn vele poelen een rijkdom aan reptielen en amfibieën herbergt, is het een paradijs voor vogels. Opmerkelijke vogelsoorten zoals de visarend, ralreiger en dwergsternen komen hier onder andere op meervallen vissen.

In de poelen en langs de bosranden leven kikkers en padden waaronder de bijzondere boomkikker en rugstreeppad. Hier komen witte en zelfs zwarte ooievaars op jagen, evenals op de zandhagedissen en de kleurrijke westelijke smaragdhagedis. De uiterwaarden vormen ook uitstekend habitat voor de bever die grote dammen bouwt en waardoor drassige moeraslanden ontstaan. Dit is onder andere het leefgebeid voor de purperreiger en kraanvogels die hier neerstrijken als ze op doortocht naar Afrika zijn. De heides op de afgekolven rivierterrassen zijn het thuis voor honderden konijnen en muizen, waar de wezel en de niet geheel ongevaarlijke aspis adder op jagen.

De stroompjes in het park nabij de bosranden zijn de thuisbasis voor een grote populatie ijsvogels en de rivierwanden zijn bewoond door bijeneters en oeverzwaluwen. Bijzonder is het voorkomen van de Griel in het park. Deze vogel is met zijn grote gele ogen een opmerkelijke verschijning.

Inloggen

Privacy vind je in de natuur! Cookies voor onderweg?

Natuurhuisje maakt gebruik van 3 soorten cookies om jouw online struintocht bijzonderder en persoonlijker te maken! Lees hier alles over in ons cookiebeleid.