Het natuurgebied Babiogórski heeft sinds 1955 de status van Nationaal Park. Dit Nationale Park vormt een natuurterrein, van ongeveer 1734 hectare. Dit gebied ligt in het meest westelijke gedeelte van de Beskiden. Bijzonder aan het gebied is dat men hier nog restanten van oerbossen kan aantreffen.

Het hoogste punt in Babiogórski Nationaal Park kan men vinden op de Żywiecki-Babia Góra, die zijn top op 1725 meter hoogte heeft liggen. Door de uitgestrekte woudgebieden en de overblijfselen van de oerbossen heeft het gebied een hoge natuurwaarde en is dan ook te vinden op de UNESCO lijst van ‘World Biosphere Reserve’.

Oerbos der Karpaten

In dit Nationale Park kan men restanten van het oerbos der Karpaten aantreffen. Hier kan men verschillende bostypen aantreffen. Zo zijn er beukenbossen, dennenbossen en gemengde naaldbossen te vinden. Door het makkelijk afbreekbare zandsteen in de bodem, vindt men in de valleien een dikke humuslaag met soms een turfachtig karakter. De boomgrens ligt in dit park op ongeveer 1150 meter hoogte en boven deze grens groeien dus geen bomen. Het gebied kan grofweg in 5 verschillende natuurtypen worden opgedeeld. Zo vind men in de lage gedeeltes tot ongeveer 700 meter boven de zeespiegel een gebied dat zeer door de mens is beinvloed. Hoe hoger ben gaat des te meer de natuur ongerepter is. De bezoekers die tot hoog in deze bergen wandelen zullen zien dat men boven de boomgrens alleen nog soorten tegenkomt die hier kunnen groeien, zoals de bergden.

Fauna

Het Nationale Park kent vele levensvormen on de woudgebieden. In totaal zijn er wel 50 verschillende zoogdieren in dit gebied te vinden. Zo kan men in deze wouden onder andere wolven, bruine beren, herten, reeën en lynxen tegenkomen. Maar ook de vos, de das, de otter, marters, de bunzing, de erinaceus concolor (een egelsoort) en de hermelijn zijn in dit gebied te vinden. Daarnaast kan men hier ook vele insecten vinden. Maar er zijn ook vele vogelsoorten te vinden, in totaal zijn er meer dan 120 vogelsoorten waargenomen in dit gebied. Zo kan men hier de voor Polen zeldzame auerhaan vinden. Daarnaast kan men in de wouden onder andere de drieteenspecht, de groene specht, de grote bonte specht, de oehoe, de dwerguil, de bosuil, de ransuil, de ruigpootuil, de kramsvogel, de tjiftjaf en de putter vinden.