Sinds 2003 het meest zuidelijke natuurpark van Europa met aan de ene zijde de Atlantische oceaan en aan de andere kant de Mediterrane zee. Deze komen samen in de straat van Gibraltar. Het is niet alleen voor terrestrische soorten van belang maar ook voor maritieme soorten.

Op het smalste punt zit er maar 14 km tussen Spanje en Afrika. Sporen van mensen geven aan dat deze stap al duizenden jaren wordt gemaakt. Er zijn 30 grotten in het park die enkele volken hebben gebruikt als onderdak. Ook zijn restanten van een oude Romeinse stad te vinden in het park. In de zee liggen vele schepen die de scherpe rotsen en harde wind niet hebben gered en zijn gezonken. Ook al zou het in combinatie met het weelderige zeeleven geliefd zijn bij duikers is het door de harde stroming niet echt toegankelijk. Vogels maken ook graag gebruik van deze oversteek, vele trekvogels komen hier langs als ze tussen de continenten migreren.

Trekvogels en walvissen

300 miljoen vogels van zo’n 350 soorten komen jaarlijks over dit punt gevlogen, te veel om op te noemen. Ongeveer 60% van de Europese roofvogels komt voorbij en bijna de gehele ooievaar populatie. Zo kunt u groepen van honderden zwarte wouwen, gierzwaluwen of ooievaars over zien vliegen of tientallen vale gieren, dwergarenden en wespendieven. Als u even bent uitgekeken op de vogels kunt u met uw verrekijker even over zee gaan om te kijken of u dolfijnen of walvissen te zien krijgt.

Effecten van de harde zeewind

Door de harde wind zijn de duinen constant in beweging. Naarmate u verder inland gaat ziet u de invloed van de wind steeds afnemen. Bomen hangen niet meer scheef en er komen meer soorten. Er zijn bossen die uit parasoldennen bestaat, een boom met een karakteristieke vorm. In de buurt van Bolonia kunt u de geschilderde velden vinden die in het voorjaar prachtig gekleurd worden door de vele bloemen. Zo zijn er wilde tulpen, irissen, anemonen, narcissen en struiken als de christusdoorn.