Het Parc National de la Vanoise is een van de grootste nationale parken van Frankrijk met een oppervlakte van 53.500 hectare. Het park sluit aan op het Italiaanse Gran Paradiso en samen vormen de ongerepte bergen een uitzonderlijk vluchtoord voor flora, fauna en ware natuurliefhebbers. Het park is bedoeld om de invloed van de oprukkende wintersportactiviteiten op het natuurschoon te beperken.

Het park omvat 107 bergtoppen die hoger zijn dan 3000 meter, waaronder de Grand Casse die met een hoogte van 3855 meter de hoogste berg van de Vanoise is. Deze bergtoppen worden afgewisseld door duizelingwekkende ravijnen en valleien met bergweides. Door het reliëf is het een ruig en desolate plek, die op de dag van vandaag nagenoeg ongemoeid is gelaten door de mens.

Het park Vanoise is een populaire plek voor wandelaars die van de gletsjers en de talrijke bergmeren komen genieten. Hoewel de menselijke invloeden beperkt zijn, worden de valleien begraasd door schaapskuddes. Deze kuddes worden beschermd tegen grote roofdieren door Pyrenese berghonden die kenmerkend zijn voor deze streek. De schitterende bergmeren en gletsjers weerkaatsen de sterren die helder aan de hemel staan door de ijle lucht. Deze natuurparel ligt nabij de Italiaanse grens waar u een gecombineerd bezoek kunt brengen aan het aangrenzende Gran Paradiso park.

Flora en fauna

Het park herbergt 1200 soorten planten en dieren. Door de grote hoogte bestaat de vegetatie voornamelijk uit alpenweiden met bijzondere soorten zoals sneeuwheide die vaak al bloemen vormt terwijl de plant bedekt is met sneeuw. Ook treft u hier soorten aan zoals het Alpenmansschild, Alpendistel, Linnaeusklokje en het welbekende Edelweiss. Op deze weides kunt u gemzen aantreffen die van het gras en de bloemen leven en aangepast zijn aan de barre omstandigheden van de grote hoogtes. Tevens jagen er vossen op sneeuwmuizen en marmotten.

Langs de rotswanden leven tot wel 2100 steenbokken die met hun meterslange horens een indrukwekkende verschijning zijn. Tussen de ravijnen hoort u de schrille roep van de raaf die de talloze Alpenkraaien wegjaagt van kadavers van berggemzen die zijn achtergelaten door een roedel wolven of een bruine beer. De koning van het ravijn is echter de steenarend die zelfs een wolf kan verjagen. Bijzonder is het voorkomen van de zeer zeldzame lammergier die leeft van het merg in de beenderen van kadavers. De rotsen bieden ruimte voor broedende oehoe’s en hier kunt u ook de rotslijster bewonderen die met zijn prachtige dieprode vleugels een van de mooiste vogels van het park genoemd mag worden.

In de dennenbossen voeden notenkrakers en haakbekken zich van dennenappels en met geluk kunt u misschien de boommarter tegenkomen. Het dennenbos is tevens het habitat voor ruigpootuilen en sneeuwvinken. Op de bosweides komen korhoenders in het voorjaar bij elkaar om te pronken en een om een vrouwenhart te veroveren. Dit is ook het habitat van de aspisadder, de slang waar naar verluid Cleopatra zelfmoord mee heeft gepleegd.