Terug van weggeweest
Arjan Dwarshuis is Nederlands bekendste vogelaar en heeft zijn hele leven al een fascinatie voor vogels. Hij is professioneel vogelgids, geeft lezingen over vogels en vogels kijken en schuift regelmatig aan bij diverse radio- en televisieprogramma’s. Daarnaast is hij ambassadeur voor het IUCN NL landaankoopfonds en schreef hij het boek Een Bevlogen Jaar, over zijn wereldrecord vogels kijken. Hij schrijft iedere maand voor Natuurhuisje.nl over een actueel onderwerp in de natuur.
Door botresten afkomstig van archeologische opgravingen, zoals bij Vlaardingen en Uitgeest, weten we dat er in de prehistorie naast wolven, beren en elanden ook een aantal tot de verbeelding sprekende vogelsoorten in het huidige Nederland leefden, zoals zeearenden, kraanvogels, raven, oehoe’s en zelfs kroeskoppelikanen. Al deze soorten verdwenen uiteindelijk door toedoen van de mens, de kroeskoppelikaan al een paar duizend jaar geleden, maar de raaf bijvoorbeeld, veel recenter, in 1944. Nu zijn een aantal van deze reuzen terug, waardoor de Nederlandse natuur weer een stuk spannender is geworden. Om jullie hoop in de toekomst en geloof in de veerkracht van de natuur een boost te geven, heb ik deze succesverhalen op een rijtje gezet.
De grootste zangvogel ter wereld
Laten we beginnen met de intelligentste en grootste zangvogelsoort ter wereld, de raaf. Door op bijgeloof gebaseerde vervolging en vermeende concurrentie met jagers, was deze kraaiachtige ter grootte van een buizerd al aan het begin van de 20e eeuw zeldzaam geworden. In 1944 vond in Zuid-Limburg het laatste broedgeval plaats. Raven vervullen als aaseters echter zo’n belangrijke niche in de natuur, dat in de jaren zeventig werd besloten om de soort op de Veluwe te herintroduceren. Vrij snel daarna, in 1976, kwam er een paartje tot broeden, in de eerste jaren na de introductie alleen op de Veluwe en Utrechtse Heuvelrug, maar later ook in de Oostvaardersplassen en de duinen. Inmiddels worden ze weer door bijna heel het land waargenomen. De beste plek om ze te zien is nog steeds Nationaal Park de Hoge Veluwe.
Een imposante uil
Net als de raaf werd de oehoe in Nederland sterk vervolgd en bejaagd. Door zijn teruggetrokken leefwijze is het niet precies bekend wanneer de grootste uil van Europa uit Nederland verdween, maar dat moet al vroeg in de 20e eeuw zijn geweest. Het duurde tot 1997 tot de soort voor het eerst sinds lange tijd weer tot broeden kwam, bij de Sint Pietersberg, Maastricht, waarschijnlijk als gevolg van een succesvol herintroductieproject net over de grens in Duitsland. Van daar breidde de oehoe zich langzaam uit en inmiddels broeden er weer enkele tientallen paartjes, voornamelijk in de zuidoostelijke helft van ons land. Met name geschikte nestlocaties in de buurt van vuilnisbelten zijn populair, omdat de bruine rat een favoriet prooidier is. Wil je deze spectaculaire uil (oehoe’s zijn twee keer zo groot als ransuilen) zelf een keer in het wild waarnemen, dan kan ik je het uitzichtpunt bij de ENCI-groeve nabij Maastricht aanraden, daar broedt al jarenlang een paartje dat zich ook regelmatig overdag laat zien. Nog makkelijker is naar de website van Beleef de Lente gaan, dan kan je live met een oehoepaar meekijken.
Dansende kraanvogels
Met zijn lengte van 1 tot 1,2 meter van snavel- tot staartpunt, mag de kraanvogel met recht reusachtig genoemd worden. Na eeuwen van afwezigheid maakte deze soort in 2001 in het Fochteloërveen zijn rentree als Nederlandse broedvogel. Deze comeback viel samen met een sterke toename in Duitsland. Kraanvogels hebben uitgestrekte moeras- en hoogveengebieden nodig om jongen groot te brengen en het feit dat ze ons dichtbevolkte land weer op eigen kracht hebben gekoloniseerd, mag een groot succes voor natuurbeschermers genoemd worden. Inmiddels broeden ze in een aantal hoogveengebieden in het oosten van het land. Als je geluk hebt kan je hier in deze tijd van het jaar de spectaculaire kraanvogelbalts waarnemen: om hun monogame paarband te bezegelen voert een kraanvogelpaar een dagenlange dans uit, waarbij ze om beurten luid roepend in de lucht springen en met hun vleugels klappen. Maar we moeten het niet als vanzelfsprekend beschouwen dat deze prachtige vogels hier nu voor altijd zullen blijven, want onze hoogveengebieden staan onder grote druk door recreatie, verdroging en stikstofdepositie. Als onze overheid deze problemen niet snel bij de bron aanpakt, kan de kraanvogel weer net zo makkelijk uit ons land verdwijnen.
De grootste arend van Noordwest-Europa
Tot slot de zeearend, de grootste roofvogel van Noordwest-Europa. Het is een enorme kick om deze arend, met een spanwijdte van 2 meter 40, boven een moerasgebied te zien cirkelen. Lange tijd was de kans op zo’n waarneming nihil in Nederland, maar tegenwoordig is het bijna onmogelijk om de Oostvaardersplassen of de Biesbosch te bezoeken zonder er één te zien. In de jaren negentig waren er plannen om de soort in ons land te herintroduceren, maar daar werd uiteindelijk toch vanaf gezien. En maar goed ook, want niet lang daarna breidde de Oost-Europese populatie zich sterk uit naar het westen en in 2006 nestelde voor het eerst in 200 jaar een paartje succesvol in Nederland, in de Oostvaardersplassen. De zeearend profiteerde van moerasherstelwerkzaamheden en waterbergingsprojecten zoals ‘Ruimte voor de Rivieren’, waardoor er meer geschikte leefgebieden voor ze ontstonden. Ook de exponentiele toename van hun belangrijkste prooidier, de grauwe gans - van 200 paar in de jaren zeventig tot meer dan honderdduizend broedparen vandaag de dag – speelde een belangrijke rol. Vorig jaar nestelden er 20 zeearendpaartjes in ons land, waarvan er 14 ook daadwerkelijk jongen groot brachten.
En met deze vier successen is het verhaal nog niet klaar, want sinds kort broedt ook de visarend weer in ons land, vorig jaar brachten drie paartjes in totaal negen kuikens groot in de Biesbosch. Ongetwijfeld zal ook deze soort binnen een paar jaar heel Nederland koloniseren. Kijk live mee in het nest van zowel de visarend als de zeearend via het platform Beleef de Lente van Vogelbescherming Nederland. Nu is de grote vraag: what’s next? Met de gestage toename van kroeskoppelikaan in Oost-Europa is het niet onmogelijk dat ook deze reus zijn weg naar Nederland weer zal vinden, al zal dit zeker nog een paar decennia duren.