Ten westen van het hoogste deel van de Franse Alpen bevindt zich een uitgestrekt berglandschap welke aan natuurschoonheid zeker niet onderdoet. Het plaatsje Barles, bijvoorbeeld, staat bekend om haar schitterende rotsformaties. Er zijn smalle wegen uitgehouwen om het gehuchtje zelf te bereiken, dat nauwelijks meer dan honderd inwoners telt. In de omgeving staan nog steeds behoorlijke bergen, zoals de Pic de Morgon met een hoogte van 2324 meter. Daarnaast zijn er meer glooiende bergen, die bedekt zijn met bossen en graslanden.

Smalle kloof

De weg van en naar Barles voert door een zeer smalle kloof, de Clues de Barles. De dichte rotsen wijken slechts enkele tientallen meters uiteen, om plaats te maken voor het riviertje Le Bès. Daarnaast is er in de westelijke rotswand een smalle weg uitgehouwen, dankzij welke het mogelijk is om door de kloof te wandelen of rijden. In deze streek staat het woord Clue voor een smalle opening, en dat woord is bij dit natuurfenomeen zeker op zijn plaats. De rotswanden lijken uit allerlei fragiele dunne laagjes te bestaan. Desondanks is de kloof al eeuwenoud, en verloopt de erosie als gevolg van de stroming van le Bès slechts langzaam. Een schatting is dat de rivier per duizend jaar ongeveer 2,5cm dieper komt te liggen.

Rotsvogels

De steile rotswanden zien er bij een eerste oogopslag kaal en levenloos uit. Er zijn echter een tweetal vogelsoorten die zich hebben gespecialiseerd in dit soort biotopen. De rotszwaluw heeft hier haar broedplaatsen, die zo veilig gesteld zijn tegen roofdieren. Het jagen op insecten gebeurt echter in de lucht. Nog gespecialiseerder is de rotskruiper. Deze vogelsoort broedt, slaapt en foerageert op de steile rotswanden van de kloven. Deze fraaie grijs met rood gekleurde zangvogel kruipt letterlijk over loodrechte rotswanden. Spectaculair is ook de apollovlinder, die met ferme vleugelsagen over zonnige hellingen vliegt.