In het zuiden van de Franse Alpen ligt het enorme stuwmeer Lac de Serre-Ponçon. Diverse rivieren komen in dit stuwmeer samen, waaronder La Durance. Deze rivier ontspringt in de Alpen, om na een lengte van 320 kilometer nabij Avignon uit te monden in de Rhône. Langs La Durance liggen vele plaatsen, waaronder het dorpje Théus. Het kleine dorpje met ongeveer tweehonderd inwoners ligt aan de voet van de Mont Colombis, een berg met een hoogte van 1734 meter.

Dames van Théus

Een steile klim via een groot aantal haarspeldbochten leidt tot in het gehuchtje Théus. Het loont de moeite om de weg verder af te rijden, want hier komt u bij de beroemde Demoiselles Coiffées de Théus, oftewel de dames of danseressen van Théus. Het gaat om een aantal rotspilaren, die als een scherpe potloodpunt omhoog steken en soms bovenop nog een afdekkende kei dragen. Hoewel dit type pilaren vaker in de Alpen voorkomen, gaat het zelden om meerdere exemplaren bij elkaar zoals hier het geval is. De ‘dames’ zijn ontstaan door het smelten van gletsjers, waardoor stenen en gruis zich opeenstapelden tot pilaren.

Bergfluiters en muurhagedissen

De rotsen en bossen rond Théus herbergen een merkwaardige flora en fauna. In de bossen leven, naast algemene broedvogels als groene specht en boomklever, bergfluiters en ransuilen. Op zonnige rotsen schieten muurhagedissen weg tijdens het voorbijlopen, terwijl in de lucht rotszwaluwen kunnen vliegen. Beneden in het dal leven er langs beken en plassen libellen, zoals de vuurlibel, gewone oeverlibel en beekoeverlibel. De oranje luzernevlinder en witbandzandoog komen er veel voor. Op het water van de stuwmeren leven dodaarsjes en futen. Af en toe wordt er in de omringende rietkragen zelfs een grote karekiet waargenomen. De meest bijzondere vlindersoort die rond Théus voorkomt is een nachtvlinder, en wel de Graellsia isabellae (‘isabel’ nachtpauwoog). Deze spectaculaire nachtvlindersoort komt op slechts enkele locaties in Europa voor. De rupsen leven op dennennaalden.