Het Nationaal Park Northumberland is het meest noordelijk gelegen Nationaal Park van Engeland. Het natuurgebied beslaat een oppervlakte van maar ruim duizend vierkante kilometer en is gelegen tussen de Schotse grens enerzijds en de Hadrian’s Wall anderzijds. Het is één van de minst druk bewoonde en bezochte Nationale Parken van Engeland. Toch is dit niet helemaal terecht: het gebied kent een enorme schoonheid en rijke en flora en fauna.

Het landschap van het natuurgebied bestaat voornamelijk uit heuvels met in het noorden van het gebied de Cheviot Hills. In het zuiden loopt het Nationaal Park over in een ander natuurgebied, namelijk het Kielder Forest Park. In het gebied liggen niet echt grote steden, maar wel een paar kleine dorpen. Enkele dorpen zijn: Morpeth, Kelso en Wooler.

Heideterreinen

Naast heuvels worden grote delen in het Nationaal Park bezet met heideterreinen. Deze heideterreinen herbergen een bijzondere flora en fauna. Op de hei vindt je verschillende soorten heide, zoals kraai- en struikheide. Daarnaast kom je vaak bijzondere plantjes tegen als klokjesgentiaan en kleine zonnedauw. Deze planten zul je buiten de heide vrijwel nooit aantreffen.

Baltsende wulpen

Het Northumberland is één van de beste plekken in Engeland voor de wulp, de vogel is zelfs het symbool voor het gebied. Deze steltloper heeft een opvallend lange en gekromde snavel. Op de heideterreinen van het Nationaal Park vind je nog genoeg broedparen van deze bijzondere vogel. In het voorjaar maakt de wulp haar baltsvluchten boven de hei met haar ‘jodelende’ geluid.

Herintroductie van de kerkuil

Naast de wulp is er in het Nationaal Park een belangrijke plaats voor de kerkuil. Sinds de jaren ’90 is de populatie van kerkuilen in het gebied dramatisch gekelderd, met als gevolg dat ingrijpen noodzakelijk werd. In 2004 werd door John Steele een herintroductie programma voor de soort gebruikt, met als gevolg dat vandaag de dag de kerkuil weer terug is op veel boerderijen in het Nationaal Park.