Het park le Pilat is een gebied met een rijke geschiedenis die teruggaat tot Keltische tijden en waar een ruïne nog aan deze en aan Romeinse tijden herinnerd. Naar verluid zou de naam van het gebied verwijzen naar de begraafplaats van Pontius Pilates die hier zijn laatste rustplaats zou hebben.

Het middelgebergte heeft een uniek klimaat die varieert van een mediterraan klimaat in het zuiden tot zeeklimaat in het westen en continentaal klimaat in het noorden. Deze omstandigheden leveren een grote verscheidenheid aan landschappen en flora en fauna op. Een waar paradijs voor de wandelaar en natuurliefhebber!

Het park heeft beslaat voor een groot gedeelte een middelgebergte die doorkruist wordt door prachtige valleien en waar de hellingen bedekt zijn met uitgestrekte beukenbossen met een bijzondere flora door het milde klimaat. In het zuiden van het park zijn de bergen hoger en wordt het gebied iets ruiger. De bergen met hun afgeronde toppen worden gekenmerkt door beuken- en sparrenbossen en endemische soorten, die afgewisseld worden door heidevelden op de uitgeloogde gronden. Ravijnen, die zijn uitgesleten door rivieren, zijn bedekt met een dicht bos die een voorproefje geven op het mediterrane zuiden. De Rhône heeft daarmee een grote invloed op het natuurgebied en de uiterwaarden van de rivier zijn dan ook van een uitzonderlijke kwaliteit met moerassen en broekbossen.

Flora en fauna

In de beuken bossen komen bijzondere plantensoorten voor zoals de schijnpapaver die alleen voorkomen op humusrijke en zure gronden die goed afgewaterd zijn. OP de hogere plateaus van de Haut-Pilat vormen voorjaarsbloeiers, zoals krokus, narcis en hyacinten een prachtig tapijt van bloemen.

Op de afgeronde toppen van de les Crêts bloeit het zeldzame neefje van de paardebloem: de Leontodon pyrenaicu en de Alpenvenkel, beide soorten van een bergachtig klimaat. In de rivierdalen jaagt de zwarte wouw op vis en zijn de rivierkreeften het bewijs dat het water uitzonderlijk schoon zijn. De raaf is een veel geziene gast in het park en de bossen zijn uitermate geschikt voor veel marterachtigen waaronder de hermelijn en de boommarter. Tevens vormen deze bossen een uitstekend habitat voor vleermuizen en zult u zeker de roffel van de bonte specht of zwarte specht horen.