De streek Lorraine is natuurlijk bekend om zijn Bourgondische cultuur waaronder de beroemde quiche Lorraine, een hartige taart met spek en eieren. De natuur is echter ook van een bijzondere schoonheid, waar een derde van het landschap gedomineerd wordt door woeste wouden. Deze wouden zijn dan ook een toevluchtsoord voor een rijke fauna, waarvan de dichtheid een van de grootste is van heel Europa.

Het Parc naturel régional de Lorraine beslaat zo’n 219.000 hectare en is verdeeld in twee stukken aan weerszijden van de as Metz-Nancy. De uitgestrekte bossen en de Maas met het drasland van La Woëvre met vele meertjes worden bevolkt door allerlei trekvogels uit alle windstreken. Het park ligt op het kruispunt van noord naar zuid en van oost naar west. Naast een rijke cultuur en geschiedenis biedt de streek een van de mooiste natuurgebieden van Europa.

Flora en fauna
In het park leven de meeste roofvogels van heel Frankrijk, waaronder de dwergarend die hier nestelt evenals de slangenarend en de visarend die zijn voedsel uit de vele meertjes haalt. Verder kunt u hier slechtvalken haviken, wespendieven, rode wouwen en kiekendieven observeren.

Het is tevens een van de weinige plekken in Europa waar de zeerarend overwinterd en waar de zeldzame roodpootvalken jagen. In het drasland tussen de rietvelden die grenzen aan de bossen langs de meren leven de zeldzame withalsvliegenvangers die zich in Frankrijk slechts op deze plek en in op enige andere plekken in de Elzas voortplanten in dode boomstronken.

Dit biotoop vormt tevens een thuis voor de otter, roerdomp en waterrallen. Talloze eenden, ganzen, reigers, ooeivaars en kraanvogels overwinteren in het park, waar ze vissen op snoeken, baarzen, paling en in de Maas en rivieren op zalmachtigen. In de bossen kunt u sporen aantreffen van de schuwe wilde kat en van vele marterachtigen zoals hermelijn, wezel, boommarter en das. Qua groot wild leven er relatief weinig reeën en herten, maar wel veel everzwijnen.