De verhuurder biedt een ongelooflijk avontuur aan: logeren in een tot woonwagen omgebouwde oude bijenwagen, ergens midden in de natuur. Waar je maar wilt. Boer en buurman Lutzu trekt de kar met z’n tractor de berg op. Hij wijst aan de rand van de wei op een pruimenboom met grote, afgeknakte tak en zegt enkel: ‘Urs’, beer. Je ziet ze niet, maar volgens de laatste berentelling dwalen er hier een stuk of veertig rond. Met deze gedachte en voorzien van voldoende proviand laten James en Lutzu jou achter in het wild, met waakhond Brad en een ‘maak maar een groot vuur ‘s avonds!’ ’s Nachts blaft Brad meermaals. Zou het? Niets te zien in het duister, afgezien van een paar miljoen sterren.

De accommodatie is helemaal voor jou, maar je deelt het platteland met de dieren die er leven, waaronder bruine beren. Zorg ervoor dat je de beren niet verrast tijdens het wandelen of paardrijden op bepaalde momenten van het jaar. Je moet wellustig zingen als je door het struikgewas loopt. Het zal geparkeerd worden op twintig minuten lopen van het dorp. Ze houden 's nachts een vuur brandend, zoals alle herders die een groot deel van het jaar kamperen, en hangen een groot, slap stuk materiaal, zoals een vlag, in de buurt. Al het eten moet 's nachts worden opgeruimd. Er is niets te vrezen zolang je deze eenvoudige voorzorgsmaatregelen maar neemt.