De Jura is een onberekenbaar en verrassend gebied. Elk stukje wordt gekenmerkt door haar eigen bijzonderheden en bezienswaardigheden. De streek heeft ook culturele bezienswaardigheden. Het staat bekend om haar wijnen en kazen en er zijn veel oude gezellige dorpjes. Langs de rivier La Bienne ligt het dorpje Saint-Claude. Het dorp ligt ingesloten tussen beboste bergen en telt ongeveer tienduizend inwoners. Vanuit Saint-Claude zijn er vele mogelijkheden om de natuur in te trekken. Ten zuidoosten van Saint-Claude wordt het landschap ruiger en rotsachtiger, en liggen er grote rotscomplexen.

Rotsen en watervallen

De meest opvallende rots in de regio is ongetwijfeld de Chapeau de Gendarme. Letterlijk vertaald betekend de naam zoveel als hoed van de gendarmerie. De rots heeft dan ook een vorm van een pet. Het gebied is te bereiken vanaf de weg vanuit Saint-Claude naar het oosten, na een tijdje bevindt de rots zich ten noorden van een aantal haarspeldbochten. In de rotsmassa zijn fraai de verschillende golvende rotslagen te zien. Ten zuiden van de weg stroomt het riviertje Flumen. Hier bevinden zich de watervallen Cascade du Flumen. Deze brede serie watervallen storten over steile rotsen naar benden. De wijdere omgeving bestaat uit een afwisseling van hellingbossen, rotslagen en riviertjes.

Vlinders en planten

In de zomer vliegen er in het berglandschap van de Jura tientallen soorten dagvlinders. Er komen alleen al meer dan tien soorten blauwtjes voor, zoals het turkooisblauwtje, adonisblauwtje en klaverblauwtje. Daarnaast leven de rotsvlinder, rode vuurvlinder en de apollovlinder in de bergen rond Saint-Claude. Ook kent de omgeving een bijzonder rijke flora. Een van de opvallendste planten is de Turkse lelie. Ook de eenbes is goed herkenbaar, met vier of vijf grote bladeren die een rozet vormen en een enkele bes bovenin de plant. Wollige distel en tuinbingelkruid zijn andere planten die in dit deel van de Jura groeien.