Het gebied ten oosten van de plaats Cluny heeft een afwisselend karakter. Het landschap is ingedeeld in noord-zuid georiënteerde stroken die, door het heuvelachtige landschap, afwisselend bezet zijn met gecultiveerd gebied en natuurrijk bosgebied. Het cultuurland bestaat uit gezellige kleine dorpjes, en daarnaast worden er percelen gebruikt voor de landbouw. Niet verbazingwekkend zijn er ook in dit deel van Bourgogne veel wijngaarden, waar deze provincie om bekend staat.

Grotten van Azé en Blanot

Twee dorpjes die in bovenbeschreven gebied liggen zijn Azé en Blanot. Bij beide dorpjes bevindt er zich een interessante grot. De grot van Azé wordt gekenmerkt door een groot gangenstelsel. In tegenstelling bestaat de grot van Blanot juist uit een aantal grote ruimtes. In beide grotten zijn genoeg bijzonderheden te zien. In de grotten van Blanot hangen er op sommige plekken indrukwekkende kristallen aan het plafond. In Azé bevindt zich daarnaast een museum waarin informatie wordt gegeven over de grotten en de fossielen die er in gevonden zijn. Beide grotten maken deel uit van een groot ondergronds netwerk dat in de loop der eeuwen is ontstaan. Ondergronds stromen ook diverse rivieren, welke hebben meegewerkt aan het uitsluiten van de gangen en kamers tot wat ze nu zijn.

Flora en fauna

Wie genoeg heeft gezien van de ondergrondse natuurverschijnselen, kan ook zijn hart ophalen in de bossen en andere natuurgebieden in de streek. Er leven en groeien talrijke soorten planten en dieren. Bosranden en open plekken in het bos zijn vaak een garantie voor allerlei bloeiende planten en kleurrijke soorten insecten. Imposante keversoorten als de reuzengoudhaan en bijenkever leven rond Azé en Blanot. In de toppen van struiken zitten grauwe klauwieren. Er zijn bijzondere plantensoorten te zien als akkerdoornzaad, doffe ereprijs en bont kroonkruid. De bosbeken zijn een bijzonder biotoop. Hier leeft bijvoorbeeld de gewone bronlibel, een grote libelsoort die te herkennen is aan zijn geel met zwart gestreept achterlijf.