Het 460 km2 grote gebied is het grootste beschermde kust gebied van Andalusië. Niet alleen het land maar ook een stuk van de zee valt onder het park. Dat het een vulkanisch gebergte is terug te zien in het landschap. Hoge pieken en diepe dalen, grillige rotsformaties, kliffen en eilandjes.

Aan de kust bevindt zich een lagune wat een van de belangrijkse vogelgebieden van Spanje is. Verder inlands is het droger en met een jaarlijkse regenval van 200 mm is meer woestijnachtig. De naam “gata” komt dan ook niet van “kat” maar van het mineraal agaat wat hier gedolven werd. Er werden ook andere mineralen als jasper gevonden en van grote interesse, goud. Als u op het land bent uitgekeken kunt u het water in waar een hele nieuwe wereld opengaat. Koraal met een enorme diversiteit leven, kleuren die bijna onrealistisch ogen en fascinerend vissen.

Er zijn veel wandelroutes uitgezet in het gebied maar u kunt ook met een mountainbike of 4x4 het gebied in. Er is een vogelkijkhut zodat u rustig en beschut naar onder andere vogels kunt kijken.

Bijzondere vogelsoorten

Het park is niet zonder reden in 2000 aangewezen als speciaal vogelgebied. In en rond de lagune zijn kraanvogels, vale pijlstormvogels, jan-van-gent en dunbekmeeuw te vinden. Als u geluk heeft zijn er honderden flamingo’s die dankzij hun kleur goed opvallen. In het gebied komen verder nog soorten voor als de kuifleeuwerik, zwarte tapuit, Alpengierzwaluw en westelijke blonde tapuit.

Ruïnehagedis en parelhagedis

Als enige plek in Spanje komt hier de ruïnehagedis voor maar ook de parelhagedis, ringslang en onder de Europese dwergpalmen de wipneusadder, een giftige soort. Deze palmen zijn de enige endemische palmen van Europa. Dit het symbool voor het park omdat het toch een kenmerkende soort is voor de woestijnachtige omstandigheden. Er zijn ook mediterrane kreupelhout bosjes die uit wilde olijfbomen en eiken bestaan. De licht roze bloemen van de anjer, of de witte bloemen van tijm en rozemarijn zorgen weer voor nectar voor de insecten.